Islamitische regelgeving leren

Het is verplicht voor een moslim om islamitische regelgeving te leren met betrekking tot alle aspecten van het leven – onder andere over daden van aanbidding en sociaal verkeer tussen de mensen – om zijn plichten uit te voeren met accurate kennis en immense zekerheid. Zoals de Profeet r zei: “Aan wie Allah goedheid wenst te tonen, schenkt hij begrip van de religie.” (Sahieh al Bukhari: 71; Sahieh Muslim: 1037)

Hij of zij moet daarom alles leren over de religieuze plichten die hij moet nakomen, zoals de rituele reiniging, hoe het gebed wordt verricht (salaat) en het toegestane en verbodene in islam als het aankomt op eten en drinken. Deze persoon wordt ook aangespoord om te leren wat de aanbevolen maar niet verplichte handelingen zijn.

De vijf islamitische waarden

Alle menselijke handelingen vallen onder vijf categorieën:

Waadjieb (verplicht): dit duidt op de handelingen die Allah verplicht heeft gesteld voor de moslims. Degene die deze handelingen verricht zal beloond worden, maar degene die ze nalaat zal onderhevig aan bestraffing zijn. Voorbeelden hiervan zijn de vijf dagelijkse gebeden en het vasten tijdens de maanmaand Ramadan.
Haram (verboden): dit duidt op de handelingen die Allah de moslims heeft verboden. Degene die deze handelingen nalaat zal worden beloond, maar degene die ze verricht zal worden bestraft. Voorbeelden hiervan zijn het drinken van alcohol en ongeoorloofde gemeenschap hebben.
Moestahab (ook soenna genoemd)(aanbevolen): dit wordt gebruikt om de handelingen te beschrijven waarvoor je beloond wordt, maar waarvan het weglaten niet tot een bestraffing leidt. Voorbeelden hiervan zijn het glimlachen naar mensen, de groet van islam als eerste zeggen (assalamoe ‘aleikoem) wanneer je hen groet, het verwijderen van vuil of schadelijke voorwerpen van de weg.
Makroeh ( afkeurenswaardig) dit duidt op de handelingen waarvan islam haar aanhangers aanspoort om deze te vermijden. Degene die deze daden vermijdt zal worden beloond, maar degene die deze handelingen verricht, zal niet worden bestraft. Een voorbeeld hiervan is het friemelen met de vingers tijdens het gebed.
Moebaah (toegestaan): dit duidt op de handelingen die noch verboden noch aanbevolen zijn. Het zijn neutrale daden die niet onderhevig zijn aan beloning of bestraffing. Voorbeelden hiervan zijn eten, drinken en praten.