Anderen uitnodigen naar islam (da’wa)

Deugden van het oproepen van anderen naar islam

Je bezighouden met da’wa is ongetwijfeld een van de beste daden ten aanzien van Allah. Het is dan ook sterk aanbevolen in de Qur’an en in de soenna van de Profeet r. Bewijs hiervan omvat het volgende:

  1. Da’wa is een manier om succesvol te zijn in dit leven en in het volgende leven. Zoals de Qur’an stelt: “Laat een gemeenschap uit jullie voortkomen die tot goedheid aanspoort en deugdelijkheid gebiedt en het verwerpelijke verbiedt. Zij zijn degenen die welslagen.” (Soera Aal ‘Imraan 3:104)
  2. Niemand beschikt over betere woorden dan degenen die zich bezighouden met da’wa-activiteiten. De Qur’an looft deze mensen en zegt: “En wie is welbespraakter dan hij die oproept tot Allah en deugdzame daden verricht en die zegt: ‘ik behoor tot de overgegevenen (moslims).” (Soera al Foessilat 41:33) Het is daarom duidelijk dat er niemand is wiens woorden beter zijn dan degene die mensen naar de waarheid roept, want hij is de gids naar hun Schepper en Heer en degene die hen vanuit de duisternis van misleiding naar het licht van geloof leidt.
  3. Je bezighouden met da’wa getuigt van je overgave aan het gebod van Allah: “Nodig uit tot het pad van jouw Heer met wijsheid, met goede raad en verschil van mening met hen op een betere manier.” (Soera an Nahl 16:125) Iemand die zich wijdt aan een dergelijk nobele taak, dient anderen uit te nodigen naar islam met wijsheid. Hij dient er zeker van te zijn dat hij bekend is met de persoonlijkheid van degene die hij wilt oproepen tot islam. Zo kan hij de best mogelijke methode kiezen om zijn taak te vervullen en kan hij debatteren met hen op de vriendelijkste, eest hoffelijkste manier die hen aanstaat.
  4. Zich bezighouden met da’wa was de taak waarmee alle boodschappers van Allah belast waren, zonder uitzondering. De belangrijkste van hen was de Profeet Mohammed r. Allah ﷻ heeft hem naar de gehele mensheid gestuurd als een getuige voor de mensen, door goed nieuws te brengen aan de gelovigen dat hen een immense beloning staat te wachten in het hiernamaals; door de ongelovigen te waarschuwen tegen de strenge bestraffing; en door zijn licht te verspreiden over de gehele mensheid. De Qur’an zegt: “O Profeet, Wij hebben jou gezonden als getuige, als brenger van goed nieuws en als waarschuwer. En als een uitnodiger tot Allah, met Zijn toestemming, en als een stralende lichtbron. Verkondig dus aan de gelovigen het blijde nieuws dat er voor hen een grote gunst van Allah is.” (Soera al Ahzaab 33: 45-47)
  5. Mensen uitnodigen naar islam is een bron van onbeperkte goedheid: voor elke persoon die je uitnodigt naar islam, krijg je dezelfde beloning als hij krijgt voor zijn gebed, zijn aanbidding en zijn onderwijs van anderen. Allah ﷻ begunstigt degenen die zich bezighouden met da’wa met grote zegeningen! De Profeet r zei: “Wie oproept naar leiding zal een beloning ontvangen die gelijk is aan de beloning van degenen die deze volgen, zonder dat de beloning van één van beiden op wat voor manier dan ook in mindering wordt gebracht.” (Sahieh Muslim: 2674)
  6. De beloning die Allah in petto heeft voor degenen die anderen oproepen tot islam is beter dan alle genietingen van deze wereld. Deze beloning komt namelijk van Allah Zelf, de Meest Vrijgevige, Die hen overvloedig zal belonen voor hun nobele inspanning: “En indien jullie je afwenden, ik heb jullie geen beloning gevraagd. Mijn beloning komt alleen van Allah en mij is bevolen tot degenen te behoren die zich overgeven.” (Soera Yoenoes 10:72) De Profeet r zei in dit verband ook: “Als Allah iemand leidt door jou, zal dit beter voor je zijn dan rode kamelen te bezitten.” (Sahieh al Bukhari: 2847 en Sahieh Muslim: 2406) Kamelen werden beschouwd als het meest waardevolle bezit in het oude Arabië en de rode variant was de kostbaarste van allemaal.

Vereisten voor de juiste manier voor het oproepen van anderen naar islam

Allah ﷻ beschrijft de juiste manier van da’wa als iets dat gekenmerkt wordt door onderscheidende kwaliteiten. Deze kwaliteiten zijn als volgt:

  1. Inzicht en kennis

Iemand die oproept tot islam (daa’iyah) moet kennis hebben over de waarheid waar hij anderen naartoe oproept en hen van duidelijke goddelijke instructies voorzien, beiden gebaseerd op helder bewijs: “Zeg: ‘Dit is mijn weg. Ik roep [jullie] tot Allah op grond van helder bewijs, ik en degenen die mij volgen.’” (Soera Yoesoef 12:108)

Hij hoeft niet veel te weten voordat hij begint om mensen op te roepen tot islam. Wanneer hij iets nieuws leert, dient hij het aan anderen te onderwijzen. Bijvoorbeeld, als hij leert dat het noodzakelijk is om geen partners toe te kennen in de aanbidding van Allah, dan dient hij deze informatie over te dragen aan anderen. Op dezelfde wijze geldt, dat, wanneer hij iets leert over de schoonheid van islam, hij dit aan hen overdraagt. In een notendop: hij dient alles over te dragen dat hij leert over islam, zelfs al is het maar een enkel vers uit de Qur’an. Zoals de Profeet r eens beval: “Draag aan anderen over wat je van mij leert, zelfs al is het een enkel vers van de Qur’an.” (Sahieh al Bukhari: 3274)

Dit was de gewoonte van de metgezellen van de Profeet r. Zij leerden binnen enkele dagen de basisprincipes van islam en gingen vervolgens terug naar hun volk om hen naar islam te roepen. Zij wekten vooral hun interesse door hun hoogstaande morele karakter.

  1. Wijsheid

De Qur’an zegt: “Nodig uit tot het pad van jouw Heer met wijsheid, met goede raad en verschil van mening met hen op een betere manier.” (Soera an Nahl 16:125) Wijsheid is het vermogen om verstandige beslissingen te nemen en goed advies te geven op de gepaste tijd en plaats vanwege de ervaring en kennis die iemand heeft.

Gezien de verschillen tussen het karakter van mensen en hun begripsniveau, dient iemand die oproept tot islam de juiste methode te kiezen wanneer deze zich bezighoudt met da’wa. Daarnaast dien je op een goede gelegenheid te wachten waarop je hen kunt overtuigen.

Je dient hen met vriendelijkheid en barmhartigheid te benaderen en op kalme en uitgebalanceerde manier met hen in dialoog te gaan, zonder slechte gevoelens aan te wakkeren of haat op te wekken. Daarom herinnert Allah ﷻ de Profeet r aan alle gunsten waarmee Hij hem gezegend heeft door hem r vriendelijk voor de mensen te laten zijn: “Vanwege uitingen van liefde en barmhartigheid van Allah ben jij [de Profeet r] zachtmoedig jegens hen [de gelovigen] geweest; indien jij hard van hand en ruw van hart zou zijn geweest, zouden zij zichzelf zeker uit jouw omgeving hebben verwijderd.” (Soera Aal ‘Imraan 3:159)

Familieleden en verwanten uitnodigen naar islam

Als je naar islam geleid bent, moet je je best doen om je familieleden naar deze religie op te roepen, want zij zijn degenen die het dichtstbij je staan en die je het dierbaarst zijn. Terwijl je dit doet, dien je elke tegenslag geduldig te doorstaan. Je dient alle mogelijke middelen te gebruiken om hen de waarheid te tonen. Zoals de Qur’an stelt: “Leg de salaat op aan jouw familie en wees daarin zelf volhardend.” (Soera Taahaa 20:132)

Sommige uitnodigers naar islam ervaren dat mensen aan wie zij niet verwant zijn, positief reageren op de uitnodiging, terwijl hun meest directe familieleden hierop afwijzend reageren. Dit kan hen teleurstellen en veel droefheid opleveren. Een succesvolle uitnodiger naar islam geeft echter nooit de hoop op. Hij probeert zijn best te doen om hen naar de waarheid te leiden met verschillende methoden en technieken. Hij bidt tot Allah dat Hij hun harten leidt, zelfs onder de somberste omstandigheden. Precies dit deed de Profeet r bij zijn oom Aboe Taalib. Hij liet geen middel onbeproefd om hem naar islam uit te nodigen en bleef dit doen tot de laatste momenten van diens leven. Toen Aboe Taalib op zijn sterfbed lag, smeekte de Profeet r hem: “Geliefde oom, zeg laa ilaha illallaah (er is niets of niemand het waard om aanbeden te worden behalve Allah) zodat ik voor je kan bemiddelen op de Dag des Oordeels.” (Sahieh Al Bukhari: 3671 en Sahieh Muslim: 24) Het was op dat moment dat Allah ﷻ het volgende vers openbaarde: “Jij kan degene van wie je houdt niet leiden, maar Allah leidt wie Hij wil. En Hij kent hen die geleid worden het beste.” (Soera al Qasas 28:56) Wanneer een nieuwe moslim islam aanneemt, dient hij een sterke en gezonde relatie met zijn familieleden en kennissen aan te gaan, zowel met moslims als niet-moslims. Hij dient ook hoogwaardige normen en waarden te handhaven in zijn omgang met hen, want islam is geen oproep om je te isoleren of terug te trekken uit de maatschappij. Het tonen van vriendelijkheid aan mensen en het handhaven van hoogwaardige normen en waarden in je omgang met hen, is de beste manier om deze prachtige religie aan hen te introduceren, want de Profeet r werd gezonden om een edel karakter te perfectioneren. Het in acht nemen van hoogwaardige normen en waarden en goede omgangsvormen, dient thuis te beginnen, bij je familieleden.