Geloof in de Laatste Dag
De betekenis van geloof in de Laatste Dag
De vaste overtuiging dat Allah de Almachtige de mensen uit hun graven zal opwekken. Hij zal vervolgens over hen oordelen naar hun daden. Degenen die het verdienen om naar het paradijs te gaan, zullen ernaar toe worden gezonden, terwijl degenen die het verdienen om naar het hellevuur te gaan, daar naartoe gezonden zullen worden.
Geloof in de Laatste Dag is een van de geloofsartikelen en geloof zal niet compleet zijn totdat je gelooft in de Laatste Dag. Zoals de Qur’an stelt: “Vroom is degene die gelooft in Allah en de Laatste Dag.” (Soera al Baqara 2:177)
Waarom benadrukt de Qur’an geloof in de Laatste Dag?
De Qur’an benadrukt geloof in de Laatste Dag, vestigt er verschillende keren de aandacht op met diverse Arabische uitdrukkingen en verbindt geloof in de Laatste Dag met geloof in Allah.
De reden hiervoor is dat geloof in de Laatste Dag een noodzakelijk gevolg is voor geloof in Allah de Almachtige en Zijn absolute rechtvaardigheid. Om dit te illustreren:
Hij zal de zondaren niet onbestraft laten, noch zal Hij de benadeelden in de steek laten door geen genoegdoening te bieden voor het hun aangedane onrecht, noch zal Hij de rechtschapenen teleurstellen door hen niet te belonen voor hun rechtschapenheid. Er zijn velen die hun hele leven andere mensen onderdrukt hebben zonder hiervoor bestraft te zijn; er zijn velen die hun hele leven hebben geleden vanwege het grote onrecht dat hen is aangedaan, zonder dat zij hier genoegdoening voor hebben gekregen. Dit betekent dat er een ander leven moet zijn, waarin de rechtschapen mensen zullen worden beloond en de boosdoeners zullen worden bestraft, zodat iedereen de beloning of bestraffing ontvangt die zij verdienen.
Wat omvat geloof in de Laatste Dag?
Geloof in de Laatste Dag omvat een aantal zaken, zoals de volgende:
- Geloof in de uiteindelijke wederopstanding en het bijeenbrengen:
dit betekent dat Allah de Almachtige de mensen uit hun graf zal opwekken en dat elke ziel zal terugkeren naar haar respectievelijke lichaam. De mensen zullen vervolgens voor de Heer der werelden staan voor het oordeel. Ze zullen bijeengebracht worden op een grote vlakte, naakt en blootsvoets zoals Allah ﷻ hen oorspronkelijk geschapen heeft.
Geloof in de opwekking van de doden wordt zelfs bevestigd door tekstueel bewijs uit de Qur’an en de soenna. Daarnaast wordt het ook rationeel bewezen door de natuurlijke aanleg van de mens (fitra). We zijn er daarom volledig van overtuigd dat Allah de doden uit hun graven zal doen opstaan, dat hun zielen zullen terugkeren naar hun respectievelijke lichamen en dat alle mensen voor hun Heer zullen staan om beoordeeld te worden.
De Qur’an zegt: “Nadien zullen jullie zeker sterven. Dan, op de Dag der Opstanding, worden jullie zeker tot leven gewekt.” (Soera al Moe’minoen 23:15-16) Alle heilige boeken hebben bevestigd dat Allah, in Zijn wijsheid, de mensen heeft geschapen met een uiteindelijke dag waarop Hij over hen zal oordelen of zij Zijn geboden hebben gehoorzaamd of verworpen, die Hij naar de mensen zond via Zijn boodschappers. Zoals de Qur’an het verwoordt: “Denken jullie dan dat Wij jullie zomaar hebben geschapen? En dat jullie niet tot Ons worden teruggebracht?” (Soera al Moe’minoen 23:115)
Enkele tekstuele bewijzen uit de Qur’an omtrent de Opwekking
- Het was Allah ﷻ die de mensen creëerde en Hij is in staat om hen nog een keer tot leven te brengen. Zoals de Qur’an dit verwoordt: “Hij is Degene Die de schepping voortbrengt en haar daarna herhaalt. Dat is gemakkelijk voor Hem.” (Soera ar Roem 30:27). Allah de Almachtige I weerlegt de bewering dat het onmogelijk is om botten weer tot leven te brengen wanneer deze tot stof zijn vervallen: “Zeg:’Degene Die hen voor de eerste maal schiep, brengt hen weer tot leven.’” (Soera Yaa Sien 36:79)
- Wanneer de aarde dor en levenloos is, laat Allah de stortregen erop neerkomen, waarna de aarde tot beweging komt, opzwelt en allerlei prachtige planten voortbrengt. Degene die het tot leven kan brengen is zeker in staat om de doden tot leven te brengen. Zoals de Qur’an stelt: “En vanuit de hemelen hebben Wij gezegend water doen neerdalen, waarmee Wij tuinen doen groeien en het graan voor de oogst. En hoge dadelpalmen met dicht gerangschikte trossen, bij wijze van voorziening voor de dienaren. En daarmee brengen Wij dode gebieden tot leven. Op dezelfde wijze geschiedt de Wederopstanding.” (Soera Qaaf 50:9-11)
- Ieder verstandig mens geeft toe dat, als iemand iets moeilijks kan doen, deze persoon ook iets zou kunnen doen dat eenvoudiger is. Dus als Allah de Almachtige in staat was om de prachtige hemelen te scheppen, de weidse aarde en alle machtige sterren, dan zou Hij zeker met gemak tot stof vergane botten tot leven kunnen brengen. Zoals de Qur’an stelt: “Is Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen niet bij machte om gelijken van hen te scheppen? Jazeker! Hij is de Alscheppende, de Alwetende.” (Soera Yaa Sien 36:81)
- Geloof in het oordeel en de weegschaal van daden: Allah de Almachtige zal over mensen oordelen naar de daden die zij in hun wereldse leven hebben verricht. Degenen die alleen Allah hebben aanbeden en die Hem en Zijn boodschapper Mohammed r hebben gehoorzaamd, zullen een gemakkelijke afrekening ontvangen. Degenen die de onvergeeflijke zonde van shirk hebben begaan en Hem ongehoorzaam zijn geweest, zullen een zware afrekening ontvangen.
De daden van mensen zullen worden gewogen met een grote balans, een weegschaal met twee armen. De goede daden zullen aan de ene kant worden geplaatst en de slechte daden aan de andere kant. Degenen wiens goede daden zwaarder wegen dan hun slechte daden, zullen worden toegelaten tot het paradijs, terwijl degenen wiens slechte daden zwaarder zijn dan hun goede daden, naar het hellevuur gezonden zullen worden. Allah behandelt niemand onrechtvaardig.
Allah ﷻ zegt: “Wij stellen op de Dag der Opstanding weegschalen voor de gerechtigheid in, opdat in geen geval iemand het geringste onrecht wordt aangedaan. Al betreft het slechts het gewicht van een mosterdzaadje, Wij wegen het mee. Wij zijn toereikend als Rekenaars.” (Soera al Anbiyaa’ 21:47)
- Het paradijs en het hellevuur: het paradijs is de verblijfplaats van eeuwige gelukzaligheid. Allah ﷻ heeft deze gereedgemaakt voor de rechtschapen mensen die Allah en Zijn boodschapper r hebben gehoorzaamd. Ze zullen hierin alles vinden dat hun harten wensen en dat hun ogen zal behagen.
Allah ﷻ wakkert het verlangen aan van Zijn dienaren om met elkaar te wedijveren in gehoorzaamheid aan Hem, zodat zij in het paradijs zullen worden toegelaten. Allah de Almachtige zegt: “Dus haasten jullie je in het vragen om vergiffenis van jullie Heer en [in het verkrijgen van toegang tot] een tuin, zo uitgestrekt als de hemelen en de aarde, en gereedgemaakt voor degenen die rechtschapen zijn.” (Soera Aal ‘Imraan 3:133)
Wat betreft het hellevuur: dit is de verblijfplaats van eeuwigdurende bestraffing. Allah heeft deze gereedgemaakt voor de ongelovigen, degenen die Allah hebben afgewezen en Zijn boodschappers ongehoorzaam zijn geweest. Ze zullen hierin onvoorstelbare vormen van bestraffing en lijden vinden.
Allah de Almachtige waarschuwt Zijn dienaren tegen het hellevuur en zegt: “Vrees dan het vuur, waarvan de brandstof door mensen en stenen wordt gevormd, en dat gereed is gemaakt voor de ongelovigen.” (Soera al Baqara 2:24)
Wij vragen U, O Allah, om ons tot het paradijs toe te laten en om ons bij te staan om woorden te zeggen en daden te verrichten die ons er dichterbij zullen brengen. We zoeken toevlucht bij U tegen het hellevuur en tegen woorden en daden die ons er dichterbij zullen brengen.
- Straf vs. gelukzaligheid in het graf. Wij geloven dat de dood een feit is. Zoals de Qur’an stelt: “Zeg: ‘de engel des doods, die voor jullie is aangesteld, doet jullie sterven. Vervolgens worden jullie naar jullie Heer teruggebracht.’” (Soera as Sajda 32:11)
Feitelijk kan niemand de dood ontkennen: wanneer iemand sterft of gedood wordt door wat voor oorzaak dan ook, geloven wij dat diens voorgeschreven tijd is gekomen. Deze tijd kan niet eerder of later komen. Zoals de Qur’an stelt: “En er is voor elk volk een bepaalde termijn. Wanneer hun tijd is gekomen, kunnen zij nog geen enkel uur uitstel krijgen, noch kunnen zij [deze tijd] bespoedigen.” (Soera al ‘Araaf 7:34)
- We geloven ook dat wie sterft, feitelijk is overgegaan naar het volgende leven.
- Er zijn talrijke authentieke overleveringen van de Profeet Mohammed r waarin hij de bestraffingen van het graf noemt voor de ongelovigen en de slechte mensen; en waarin hij gelukzaligheid noemt voor de gelovigen en de rechtschapen mensen. We geloven in dit alles, maar weerhouden onszelf ervan om uit te vinden hoe dit precies zou gebeuren. De menselijke geest kan onmogelijk deze realiteit bevatten, omdat het deel uitmaakt van de ongeziene wereld, zoals het paradijs en het hellevuur, en omdat het geen deel uitmaakt van de materiële, zichtbare wereld. Het menselijk verstand kan alleen redeneren op basis van analogie en met behulp van deductie zich een oordeel vormen over zaken die dezelfde samenhang hebben en over zaken die onderhevig zijn aan de wetten die we kennen in de zichtbare wereld.
- Het leven in het graf maakt deel uit van de ongeziene wereld die niet waargenomen kan worden met de zintuigen. Wanneer dit wel mogelijk zou zijn, dan zou geloof in het ongeziene van geen enkel nut zijn, omdat er geen wijsheid achter de inachtneming van religieuze plichten zou zitten. Mensen zouden het niet nodig vinden om hun doden te begraven. Zoals de Profeet r ooit opmerkte: “Ware het niet dat jullie elkaar niet zouden begraven, dan zou ik tot Allah bidden dat Hij jullie de bestraffing van het graf, die ik hoor, ook zou laten horen.” (Sahieh Muslim: 2868 en Sunan An Nasaa’i: 2058) Omdat dieren vrijgesteld zijn van religieuze plichten, kunnen zij de stemmen horen van degenen die gestraft worden in het graf.
Voordelen van geloof in de Laatste Dag
Geloof in de Laatste Dag moedigt mensen aan om een vroom leven te leiden, rechtschapen daden te verrichten, ontzag te hebben voor Allah ﷻ en weg te blijven van egoïsme en arrogantie. Vanwege deze reden verbindt de Qur’an geloof in de Laatste Dag vaak met rechtschapen daden. De volgende twee verzen zijn hier voorbeelden van: “Alleen hij die gelooft in Allah en de Laatste Dag … kan de moskeeën van Allah onderhouden.” (Soera at Tauba 9:18) en: “En degenen die in het hiernamaals geloven , zij geloven erin en zij nemen hun salaat in acht.” (Soera al An’aam 6:92)
Het herinnert degenen die volledig opgaan in het wereldse leven en in vergankelijke geneugten, aan het belang van het wedijveren met elkaar in gehoorzaamheid aan Allah. Het moedigt hen aan om zoveel mogelijk goede daden te doen tijdens hun leven. Het laat hen zien dat het wereldse leven vluchtig is en dat het hiernamaals de eeuwigdurende verblijfplaats is. Nadat Allah ﷻ Zijn boodschappers in de Qur’an heeft geprezen en hun goede daden heeft genoemd, vertelt Hij wat hen aanmoedigde om zoveel goede daden te verrichten: “Wij hebben hen gezuiverd met een zuivere eigenschap: het gedenken van het hiernamaals.”(Soera Saad 38:46) Dit betekent dat hun constante gedenking van het hiernamaals de reden was dat zij zulke daden verrichtten. Toen enkele moslims eens te langzaam waren in het gehoorzamen van Allah en Zijn boodschapper r, openbaarde Allah ﷻ de volgende verzen: “Zijn jullie tevreden met het wereldse leven in plaats van het hiernamaals? De voorziening van het wereldse leven is gering vergeleken met het hiernamaals.” (Soera at Tauba 9:38) Geloof in het hiernamaals zorgt ervoor dat men zich realiseert dat alle wereldse gemak niets is vergeleken met de eeuwige gelukzaligheid van het paradijs, noch is het een enkele duik in het hellevuur waard. Integendeel, het zorgt ervoor dat men zich realiseert dat alle wereldse ongemakken en beproevingen omwille van Allah onmogelijk vergeleken kunnen worden met de bestraffingen in het hellevuur, noch kan het vergeleken worden met een enkele duik in het paradijs.
Het zorgt ervoor dat iemand tevreden is met zijn leven. Hij voelt zich niet verdrietig of triest als hij een wereldse mogelijkheid misloopt. Integendeel, hij doet wat hij kan, in het volle vertrouwen dat Allah de beloning voor iemand die een goede daad verricht niet verloren zal laten gaan. Als iets van hem ontvreemd is op onrechtvaardige of slinkse wijze, zelfs al is het kleiner dan een atoom, dan zal hij het zeker terugkrijgen op de Dag des Oordeels wanneer hij het zeer hard nodig zal hebben. Hoe zou iemand zich dan verdrietig kunnen voelen wanneer hij zeker weet dat hij zal krijgen wat hem toekomt op het kritieke moment van de Dag des Oordeels? Hoe zou hij ooit kunnen rouwen of zich zorgen kunnen maken wanneer hij weet dat de Beste der Rechters zal oordelen tussen hem en zijn tegenstanders?