Het gebed verrichten

  1. De intentie De intentie (niyya) is een van de voorwaarden van het gebed, en als deze ontbreekt dan is het gebed ongeldig. De intentie is het doel waarmee het gebed wordt verricht. Voordat het gebed wordt verricht, dien je de intentie in gedachten te hebben om het specifieke gebed te verrichten, bijvoorbeeld het gebed van de zonsondergang of dat van de late avond, met als doel om Allah ﷻ te aanbidden. Een moslim dient de intentie niet uit te spreken. Wanneer je dit wel doet is dit fout, want noch de Profeet r, noch zijn nobele metgezellen spraken de intentie ooit uit.
  2. Vervolgens ga je staan met eerbied en nederigheid, til je de handen op tot de schouders of een beetje erboven met de handpalmen naar de qibla gericht. Je zegt tegelijkertijd: Allahoe Akbar (Allah is de Grootste). De takbier (het uitspreken van de Arabische frase Allahoe Akbar) is een manier om Allah ﷻ te verheffen en te verheerlijken. Allah ﷻ is zeker groter dan alles en iedereen. Hij is groter dan het leven van deze wereld met al haar vergankelijke verlangens. Wanneer we de takbier uitspreken, laten we onze wereldse zorgen en aardse verlangens achter ons en wenden we ons met de grootste eerbied en nederigheid tot Allah, de Allerhoogste, de Meest Verheerlijkte.

 

  1. Vervolgens plaats je de rechterhand op de linkerhand die reeds op de borstkast ligt. Dit hou je zo wanneer je in staande positie bent.
  2. Vervolgens reciteer je de openingssmeekbede: Soebhaanak-Allahoema, wa bi hamdika, wa tabaarak-asmoeka, wa ta’aalaa djaddoeka, wa laa ilaha gairoeka (Glorie is aan U, Allah, Alle lof is voor U, gezegend is Uw naam, verheven is Uw majesteit, en er is niets of niemand het waard om aanbeden te worden behalve U.)
  3. Vervolgens zeg je: a’oedhoe billaahi min-ash-shaitaan-ir-radjiem (Ik zoek toevlucht bij Allah tegen Satan, die verbannen is van Zijn genade).
  4. Vervolgens zeg je: bismillaah-ir-rahmaan-ir-rahiem (in de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle).
  5. Vervolgens reciteer je Soera al Fatiha, de belangrijkste soera in de Qur’an.
  • Allah ﷻ heeft de Profeet r aan Zijn gunst herinnerd door aan hem te openbaren: “Inderdaad, Wij hebben jou zeven vaak herhaalde [verzen: al Fatiha] en de geweldige Qur’an gegeven.” (Soera al Hijr 15:87)
  • Een moslim dient het uit het hoofd te leren, want het reciteren ervan behoort tot de pilaren van het gebed van degenen die alleen bidden of achter de imam wanneer deze zachtjes reciteert, zoals bij de middag- en namiddaggebeden.
  1. Na het reciteren van Soera al Fatiha of na het luisteren ernaar wanneer je achter de imam bidt, zeg je: amien. Dit betekent: “O Allah, beantwoord mijn gebeden.”
  2. Na het reciteren van Soera al Fatiha, reciteer je een andere soera of enkele andere Qur’anische verzen. In de derde en vierde gebedseenheid reciteer je alleen Soera al Fatiha
  • Soera al Fatiha en wat erop volgt worden meestal hardop gereciteerd bij de gebeden van de dageraad (fajr), zonsondergang (maghrib) en van de late avond (‘ishaa’). Het middaggebed (dhuhr) en het namiddaggebed (‘asr) worden fluisterend gereciteerd.
  • De smeekbeden worden normaal gesproken ook fluisterend opgezegd.
  1. Vervolgens spreek je de takbier uit terwijl je de handen heft tot aan de schouders of iets erboven, met de handpalmen richting de qibla, net zoals je deed bij de eerste takbier.
  2. Vervolgens buig je door je hoofd en rug naar beneden te doen en deze in een rechte hoek te houden. Hierbij plaats je de handen op je knieën. Je zegt in deze houding, genaamd roekoe’, vervolgens drie keer rabbiy-al-‘adhiem (Glorie is aan mijn Heer, de Almachtige). Het is verplicht om dit één keer te zeggen, maar het is aanbevolen om dit drie keer te zeggen. In de houding van de roekoe’ verheerlijken en verheffen wij Allah I.
  • Dit betekent dat jij Hem vrij van alle mogelijke gebreken verklaart en Zijn absolute perfectie erkent. Je spreekt rabbiy-al-‘adhiem uit terwijl je buigt, in volledige nederigheid en in totale overgave aan Allah de Almachtige.
  1. Vervolgens ga je weer staan en hef je de handen weer op tot aan de schouders of iets erboven met de handpalmen richting de qibla. Je zegt hierbij: sami’Allahoe liman hamida (Allah luistert naar degenen die Hem prijzen). Je zegt dit als je alleen bidt of als je het gebed leidt als imam. Daarna zegt iedereen rabbanaa wa lakal hamd (Onze Heer, aan U behoort alle lofprijzing). Het is aanbevolen om hierna te zeggen: hamdan kathieran tayyiban mubaarakan fihi. Mil’assamawaati wa mil ‘ardi wa mil’a maa shi’ta min shay’in ba’d. (Een overvloedige, mooie en gezegende lofprijzing. Een lofprijzing die de hemelen vult, en de aarde en alles wat U daarna wilt.)
  1. Dan spreek je de takbier weer uit en werp je jezelf ter aarde, waarbij de tenen van beide voeten, de knieën, de handen en de voorkant van het hoofd de grond raken. Het is aanbevolen om de armen niet te dicht bij de zij te houden, de buik niet te dicht op de bovenbenen te houden en de voorarmen niet met de vloer in aanraking te laten komen.
  2. In deze positie, genaamd soejoed, zeg je soebhaana rabbiy-al-a’laa (glorie aan mijn Heer, de Allerhoogste). Het is verplicht om het één keer te zeggen, maar aanbevolen om het drie keer te zeggen. De prosternatie (soejoed) is de nobelste staat waarin smeekbeden aan Allah kunnen worden verricht aan Allah de Almachtige. Nadat je dus de verplichte smeekbede hebt verricht zoals hierboven is beschreven, is het aanbevolen voor de moslim om Allah aan te roepen en Hem serieus en nederig te vragen wat je ook wilt in dit leven of in het hiernamaals. De Profeet r heeft gezegd: “Een dienaar is het dichtst bij zijn Heer wanneer hij zich prosterneert in het gebed. Roep Allah dus veelvuldig aan in deze staat.” (Sahieh Muslim: 482)
  • Soebhaana rabbiy-al-a’laa betekent: ik verklaar dat Allah, de Allerhoogste die boven de hemelen is, vrij is van alle gebreken. Deze uitspraak herinnert de gelovige die zich nederig prosterneert voor Allah, aan het verschil tussen zichzelf en de Schepper, de Allerhoogste, en moedigt de gelovige aan om zich nederig aan Hem over te geven.
  1. Vervolgens spreek je de takbier uit en ga je zitten tussen de twee prosternaties. Het is aanbevolen om op het linkerbeen te zitten terwijl je de rechtervoet rechtop houdt met de tenen richting de qibla, waarbij je handen op je bovenbenen, dichtbij de knieën rusten.
  • Feitelijk dienen alle zittende houdingen tijdens het gebed op deze manier verricht te worden, behalve de houding waarin de laatste tashahhoed uitgesproken wordt. In die houding zit je met je linkerbil op de grond en plaats je de rechtervoet verticaal met de tenen richting de qibla. Hierbij houd je de linkervoet op zijn kant waarbij je deze onder de rechtervoet vandaan laat komen.
  • Als je tijdens de eerste of tweede tashahhoed niet kunt zitten op deze manier vanwege kniepijn of omdat je niet gewend bent aan dit soort houdingen, dan kun je op een comfortabelere manier gaan zitten die erop lijkt.
  1. Tussen deze twee prosternaties in zeg je: Rabbi-ghfirli, warhamni, wahdini, warzoeqni, wajboerni, wa’aafini (O Heer, vergeef me, wees genadig met me, leid me, voorzie me, ondersteun me en bescherm me).
  2. Vervolgens spreek je takbier uit en prosterneer je jezelf op dezelfde manier als hiervoor. Dit maakt één gebedseenheid (raka’a ) vol.
  3. Dan sta je op voor de tweede gebedseenheid terwijl je de takbier uitspreekt
  4. Je verricht de tweede gebedseenheid op exact dezelfde wijze als de eerste.
  5. Na de tweede prosternatie in de tweede gebedseenheid, ga je zitten en spreek je de tashahhoed uit: attahiyaatoe lillaah, wassalaawaatoe wattayyibaat, assalaamoe ‘aleyka ayyoehan nabbiyyoe wa rahmatoellahi wa barakatoeh, assalaamoe ‘aleyna wa ‘alaa ‘ibaad-illaah-issaalihien, ash hadoe an laa ilaaha illallaah, wa ash hadoe anna Mohammadan ‘abdoehoe wa rasoeloeh. (Alle verering, alle aanbidding, alle heiligheid zijn voor Allah. Vrede zij met u, O profeet, en de barmhartigheid van Allah en Zijn zegeningen. Vrede zij met ons en alle rechtschapen dienaren van Allah. Ik getuig dat er niets of niemand het waard is om aanbeden te worden behalve Allah en dat Mohammed Zijn dienaar en boodschapper is.)
  6. Vervolgens sta je op, spreek je de takbier uit en neem je de staande houding aan om de rest van het gebed uit te voeren als het uit drie (maghrib) of vier (dhuhr, ‘asr en ‘ishaa’) gebedseenheden bestaat. In de derde en vierde gebedseenheid reciteer je echter alleen Soera al Fatiha. Als het gebed uit twee eenheden bestaat (fajr), reciteer je de laatste tashahhoed direct na de eerste tashahhoed.

 

  1. In de laatste gebedseenheid na de tweede prosternatie, neem je een zittende houding aan en spreek je de laatste tashahhoed uit. Deze bestaat uit de tashahhoed die we eerder vermeldde (zie 20), direct gevolgd door: Allahoema salli ‘alaa Mohammed, wa ‘alaa aali Mohammed, kamaa sallayta ‘alaa Ibrahima wa ‘alaa aali Ibrahima, innaka hamidoen madjied. Wa baarik ‘alaa Mohammed, wa ‘alaa aali Mohammed, kamaa barakta ‘alaa Ibrahima wa ‘alaa aali Ibrahima, innaka hamidoen madjied. (O Allah, verhef Mohammed en de familie van Mohammed, zoals U Abraham en de familie van Abraham heeft verheven. U bent zeker prijzenswaardig en glorieus. O Allah, zegen Mohammed en de familie van Mohammed, zoals U Abraham en de familie van Abraham heeft gezegend. U bent zeker prijzenswaardig en glorieus.)
  • Hierna is het aanbevolen om de volgende smeekbede uit te spreken: Allahoema inni a’oedhoe bika min ‘adhaabi djahannama, wa min ‘adhaab-il-qabri, wa min fitnat-il-mahyaa, wa min fitna-til-masieh-id-dadjaal (O Allah, ik zoek mijn toevlucht bij U tegen de bestraffing van het graf, tegen de kwelling van het vuur, tegen de beproevingen van het leven en de dood en tegen het onheil van de valse messias).
  1. Als laatste, draai je het gezicht naar rechts en zeg je: assalaamoe ‘aleikoem wa rahmatullaah (moge de vrede en genade van Allah met jou zijn). Vervolgens draai je het gezicht naar links en zeg je hetzelfde.
  • Met deze begroetingen sluit je het gebed af, zoals de Profeet r heeft gezegd: “Het gebed begint met takbier en eindigt met tasliem.” (Sunan Abu Dawud: 61 en Sunan At Tirmidhi: 3) De takbier verwijst naar de woorden Allahoe Akbar (Allah is de Grootste) en de tasliem verwijst naar de woorden assalamoe ‘aleikoem wa rahmatoellaah (moge de vrede en genade van Allah met jou zijn).
  1. Het is aanbevolen voor een moslim om de volgende smeekbeden te verrichten nadat je een van de vijf dagelijkse verplichte gebeden hebt afgerond:
    1. Astaghfiroellaah (Ik zoek de vergiffenis van Allah) drie keer.
    2. Allahoema Antas Salaam, wa mink-as-Salaam, tabaarakta yaa dhal-Djalaali wal-ikraam (O Allah, U bent Vrede en van U is vrede afkomstig, Eigenaar van Macht en Eer.) Allahoema laa maani’a limaa a’tayta, wa laa moe’tiya limaa mana’ta, wa laa yanfa’oe dhal-djaddi minkal-djadd. (O Allah, niemand kan achterhouden wat U geeft, noch kan iemand geven wat U achterhoudt, en de macht van een machtig persoon kan niemand van nut zijn tegen U).
    3. SoebhaanAllah (glorie zij aan Allah) 33 keer, Alhamdoelillah (Alle lof is voor Allah) 33 keer, Allahoe Akbar (Allah is de Grootste) 33 keer. Je vervolmaakt het totaal tot 100 door te zeggen: laa ilaha illallaahoe, wahdahoe laa sharieka laahoe, lahoel-moelkoe, wa lahoel-hamdoe, wa hoewa ‘alaa koelli shay’in qadier (Niets of niemand is het waard om aanbeden te worden behalve Allah, Hij kent geen gelijken, het koningrijk en de lofprijzing behoren aan Hem en Hij heeft macht over alles.)

Uitleg Soera al Fatiha

Alhamdoe lillaahi rabbi-l-‘alamien: “alle lof is aan Allah, de Heer der werelden.” (1:2) Ik prijs Allah met al Zijn eigenschappen, handelingen en met al Zijn duidelijke en verborgen zegeningen met gepaste liefde en verering. Rabb (hier vertaald als ‘Heer’) verwijst naar Allah de Almachtige, de Schepper, de Eigenaar, de Voorziener en de Bepaler van alle zaken. De ‘werelden’ verwijst naar alles dat buiten Allah ﷻ is en omvat onder andere de wereld van de mensen, van de djinn, van de engelen en van de dieren.

Ar Rahmaan-ir-Rahiem: “De Barmhartige, de Genadevolle.” (1:3) Ar Rahmaan (de Barmhartige) en ar Rahiem (de Genadevolle) zijn twee namen van Allah. Ar Rahmaan is intensiever omdat Allahs barmhartigheid zowel de gelovigen als de ongelovigen betreft, terwijl ar Rahiem specifiek de gelovigen betreft.

Maliki yawmi-d-dien: “Meester van de Dag des Oordeels.” (1:4) Hij is de Enige Rechter op de Dag des Oordeels. Deze uitspraak herinnert de gelovigen aan de Laatste Dag en moedigt hen aan om goede daden te verrichten.

Iyyaaka na’boedoe wa iyyaaka nasta’ien: “U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.” (1:5) We aanbidden niemand anders dan U en we associëren niemand met U in aanbidding. We zoeken in alle zaken alleen Uw hulp en ondersteuning, want de macht van elke beslissing ligt alleen bij U.

Ihdinaas-siraat-al-moestaqiem: “Leidt ons op het rechte pad.” (1:6) Toon ons het rechte pad en help ons om het te volgen tot we U ontmoeten. Het rechte pad (siraat-al-moestaqiem) is niets dan islam, de duidelijke religie die leidt naar de tevredenheid van Allah en naar het paradijs. Het was Mohammed r, de zegel der profeten, die ons ernaar leidde en de gelukzaligheid van de mens is er volledig van afhankelijk.

Siraat-alladhiena an’amta ‘aleyhim: “Het pad van degenen die U begunstigd heeft.” (1:7) Dat wil zeggen: het pad waarop U ons geleid heeft, van de profeten, de rechtschapen mensen die de waarheid kennen en haar volgen.

Ghairil maghdoebi ‘aleyhim wa ladh dhaallien: “niet van degenen op wie Uw toorn is neergedaald, noch van de dwalenden.” Houd ons weg van het pad van degenen op wie U boos bent omdat ze de waarheid kennen maar gekozen hebben om haar niet te volgen. Houd ons ook weg van het pad van degenen die niet naar de waarheid zijn geleid vanwege hun onwetendheid.

Wat dient iemand te doen die Soera al Fatiha en de verplichte smeekbeden na het gebed niet uit zijn hoofd kent?

Een nieuwe moslim die Soera al Fatiha en de verplichte smeekbeden na het gebed niet uit zijn hoofd kent dient het volgende te doen:

  • Je dient je best te doen om de verplichte smeekbeden van het gebed te leren, want het gebed is niet geldig zonder het reciteren van deze smeekbeden in het Arabisch. Deze smeekbeden zijn: Soera al Fatiha, Allahoe Akbar (Allah is de Grootste), Subhaana rabbiy-al-‘adhiem (Glorie is voor mijn Heer, de Almachtige), Sami’Allahoe liman hamida (Allah luistert naar degene die Hem prijst), Rabbanaa wa lakal-hamd (Onze Heer, alle lofprijzing behoort aan U), Subhaana rabbiy-al-a’laa (Glorie is voor mijn Heer, de Allerhoogste), Rabbi-ghfirli (O mijn Heer, vergeef mij), de eerste tashahhoed, de laatste tashahhoed en assalaamoe ‘aleikoem wa rahmatoellah (vrede en genade van Allah zij met jou).
  • Als je deze uitspraken nog niet helemaal hebt gememoriseerd, dien je, wanneer je in gebed staat, het deel van Soera al Fatiha te herhalen wat je wel uit je hoofd kent en wat binnen jouw vermogen ligt. De Qur’an stelt namelijk: “Dus voldoe aan jullie verplichtingen jegens Allah voor zover dat binnen jullie vermogen ligt.” (Soera at Taghaaboen 64:16)
  • Het is aanbevolen dat je aanwezig bent bij de gezamenlijke gebeden gedurende deze periode zodat je het gebed kunt perfectioneren en omdat de gebedsleider (imam) de tekortkomingen bedekt van het gebed van de mensen die achter hem bidden.